Spraak en taal

Uitspraak

Wat is uitspraak?

Uitspraak is het bewegen van je mond, om klanken te maken. De uitspraak is een onderdeel van de taal waardoor je klanken kan uitspreken. Kinderen leren langzaamaan verschillende klanken:

  • Met 1,5 jaar: de 'p', 't', 'm', 'n' en 'j' aan het begin van een woord.
  • Met 2 jaar: de 'k', 's', 'g' en 'h' aan het begin van een woord.
  • Met 3 jaar: de eerste medeklinker combinaties 'stoel' en 'klaar'. 
  • Met 4 jaar kunnen sommige medeklinker combinaties nog moeilijk zijn.
  • Met 5 jaar kunnen de 'r' en 'sch' nog moeilijk zijn.
  • Met 6 jaar kan het kind alle klanken zeggen.

Lees meer over uitspraak op kindentaal.nl

Wat kan er gebeuren als je kind moeite heeft met de uitspraak? 

Veel kinderen spreken nieuwe woorden niet meteen goed uit. Dat is normaal en komt meestal vanzelf goed door veel te praten. Houd de VVV-regel aan: een Vierjarige is voor Vreemden Verstaanbaar. Soms gaat de ontwikkeling van taal anders. Je kind kan bijvoorbeeld:

  • onduidelijk blijven praten. Een kind wordt dan vaak niet goed begrepen.
  • moeite houden met klanken, zoals de r of de sch.
  • moeite hebben met lange woorden of lettercombinaties. 
  • de goede letter op een verkeerde manier uitspreken. Bijvoorbeeld bij slissen waarbij te tong tussen de tanden door komt. 

Waarom kan je kind moeite hebben met de uitspraak?

Veel voorkomende oorzaken zijn:

  • Het gehoor is niet goed.
  • De motoriek is (nog) niet goed ontwikkeld.
  • Het kind duimt of zuigt te lang op een speen.
  • Het kind heeft ontstoken amandelen.
  • Mensen in de omgeving praten onduidelijk. 

Meer informatie over de oorzaken van uitspraakproblemen vind je op oudersvannu.nl.

Adviezen bij problemen met de uitspraak

  • Spreekt je kind een woord niet goed uit? Herhaal het dan langzaam en duidelijk op de goede manier. Zeg NIET wat je kind niet goed deed. Als je kind zegt: “sosel fiege” (vogel vliegen), dan zeg jij; “ja, vogel vliegt”.
  • Laat je kind niet steeds het woord nazeggen, dat helpt niet en kan je kind onzeker maken.
  • Spreek zelf rustig en duidelijk.
  • Laat je gezicht zien als je praat. Je kind kan dan kijken wat jij doet met je mond.
  • Houd het rustig in huis. Zet de radio en tv uit of zacht.
  • Blijf opletten of je kind goed hoort. Ga bij twijfel naar het consultatiebureau of de huisarts

Zelf aan de slag

Heeft je kind moeite met bepaalde woorden of klanken? Oefen het met je kind:

  • SCH-klank (als je kind moeite heeft met de sch-klank).
  • R-klank (als je kind moeite heeft met de r-klank).
  • Moeilijke woordenmap (als je kind sommige woorden lastig vindt).
  • Slissen (als je kind praat met de tong tegen of tussen de tanden).

Wist je dat de geluiden die boerderijdieren maken, alle klanken van de Nederlandse taal bevatten? Kijk met je kind naar deze video om alle klanken te oefenen.

Wie kan helpen

Heb je vragen of zorgen over het spreken of het gehoor van je kind ? Dan kan je contact met ons opnemen: (088) 054 99 99. Je kan je zorgen ook altijd bespreken met de huisarts.