Huilen
Alle baby's huilen. Maar wat is normaal? Hoe kom je erachter wat er met je kind aan de hand is? En wat kun je doen?
Huilen is normaal
Iedere baby is anders en de ene baby huilt meer dan de andere. In de eerste zes tot acht weken is het normaal als je kind een paar uur per dag huilt. De piek ligt rond de zes weken: baby's huilen dan gemiddeld 2 tot 2,5 uur per dag. Bij de meeste baby's neemt het huilen daarna af. Na 3 maanden ligt het gemiddelde tussen de 1 en 1,5 uur per dag. Baby’s worden vaak rustig als ze gedragen of geknuffeld worden, jouw stem horen of huid-op-huidcontact hebben.
Je baby huilt om jouw aandacht te vragen
Een huilende baby is naar om te zien (en te horen), maar het huilen heeft wel een functie. Je baby probeert je te vertellen dat hij iets wil of dat er iets aan de hand is. De enige manier waarop je kind dat kan is door te huilen. Er kunnen verschillende redenen zijn dat je baby huilt: honger, een vieze luier, overprikkeling of juist verveling, te warm of te koud, je baby wil aandacht of voelt zich niet lekker. Het is niet altijd eenvoudig om te ontdekken wat het is.
Signalen herkennen
Probeer te ontdekken wat er gebeurt vóórdat je baby een huilbui krijgt. Door goed naar je baby te kijken, ga je signalen van je baby herkennen. De kunst is om de signalen vroeg te herkennen en je baby dan meteen te geven waar hij om vraagt.
Vermoeidheidssignalen
Als je baby moe begint te worden, kun je dit vaak al zien voordat je kind begint te huilen. Signalen zijn: gapen, rode wangen, bleek worden, friemelen aan de oortjes, in de ogen wrijven (bij een oudere baby), wegkijken, jengelen, zich van je afwenden of ‘druk’ doen. Als je dit soort signalen ziet, is het verstandig om je baby naar bed te brengen. Zo geef je je baby de kans om zelf in slaap te vallen.
Hongersignalen
Ook als je baby honger heeft, laat hij dat door middel van verschillende signalen zien. Je baby: slaapt minder diep, zoekt met de mond, smakt, en maakt zuig en lik bewegingen, sabbelt op de handen of op andere voorwerpen, maakt geluiden, maakt bewegingen met de armen. Wanneer je goed kijkt zie je eerst (enkele van) deze signalen en als er niet snel genoeg voeding komt, zal je baby uiteindelijk gaan huilen.
Tips om huilen te verminderen
1. Zorg voor regelmaat
Het helpt om je baby een vaste routine te geven. Dat betekent dat elke dag ongeveer hetzelfde is. Bijvoorbeeld: eerst wakker worden, dan eten, verschonen, knuffelen en spelen, en dan weer slapen.
Let daarbij goed op de signalen van je baby. Probeer het dagritme van je baby te herkennen. Hier kun je je eigen dagindeling op aanpassen.
Routines helpen het leven voorspelbaar te maken voor baby’s en kunnen de kans dat je baby gaat huilen verkleinen. Verschoon je baby bijvoorbeeld altijd op een vaste plek en doe dat volgens een vast patroon. Ook bij het slapen gaan kun je elke dag dezelfde routines gebruiken, bijvoorbeeld eerst even zingen, knuffelen en toedekken.
Geef je baby voldoende rust
Voldoende rust is belangrijk, zeker tijdens de eerste weken. Als je kraamvisite krijgt, hoef je de baby niet aan iedereen te geven. Probeer in te schatten of het nog prettig is voor je baby om door iemand anders vastgehouden te worden. Laat je baby slapen als er visite komt, zo blijft je kind in het slaapritme.
Probeer overbodige prikkels zoals harde televisie of broers en zussen die te wild met de baby spelen te vermijden. Beperk het aantal speeltjes in de box tot twee of drie. Zo krijgt je baby niet teveel prikkels en verklein je de kans op huilen.
Baby’s worden vaak rustig van ‘white noise’. Deze witte ruis is een constant, saai geluid, dat andere geluiden uit de omgeving minder laat opvallen. Hiermee kan je baby makkelijker in- en/of doorslapen. Een voorbeeld van white noise is het geluid van de stofzuiger. Je kunt een app gebruiken om white noise af te spelen.
3. Maak gebruik van een draagdoek
Je kunt je baby ook regelmatig in een strakke draagdoek of draagzak dragen. Stevig lopen kalmeert veel baby’s. Klop heel zachtjes op zijn billetjes in het ritme van je eigen hartslag. Hier worden sommige baby’s rustig van. Let er wel op dat het niet te warm wordt voor je baby. Trek je kind niet te veel kleren aan, draag je baby niet onder een dichte jas en zorg ervoor dat de neus altijd vrij is. Wil je weten hoe het werkt? Vraag ernaar op het consultatiebureau.
4. Wissel elkaar af
Een baby die maar niet stopt met huilen is zenuwslopend voor ouders. Als je ‘s nachts geen slaap krijgt, wordt het al helemaal moeilijk. Als je een partner hebt, zorg dan om de beurt voor jullie kind. Ben je een alleenstaande ouder of werkt je partner soms ‘s nachts, zoek dan een goede vertrouwde oppas. Dan kun je zelf ook eens slapen, al is het maar een paar uur.
5. Even afstand nemen
Word je gefrustreerd of boos van het gehuil? Leg je baby dan op een veilige plek (in de wieg of in de box) en loop even weg, of vraag een bekende om op je baby te passen, zodat je even weg kunt. Kom pas terug als je je weer rustig voelt.
Troosten en kalmeren
Soms weet je gewoon niet waarom je baby huilt en lijkt niks te helpen. Hoe kun je je baby dan het beste troosten en kalmeren? Dat kan met de volgende 5 stappen.
Stap 1: Inbakeren. Een pasgeboren baby houdt ervan zich geborgen te voelen. Als je baby zich nog niet om kan rollen, kun je hem inbakeren in doeken. Hoe je dat veilig kunt doen lees je in ons advies over inbakeren.
Stap 2: Hou je baby in de zij- of buikligging in je armen of op schoot tegen je aan. Ondersteun altijd goed het hoofd van je baby. Baby’s vinden dit een fijne houding en het gaat de Moro-reflex tegen (dat is de schrikreflex waarbij plotseling de armpjes omhoog schieten).
Stap 3: Maak in de buurt van het oor van je baby een sussend geluid. Hierbij pas je het sussen aan aan het huilen van je baby. Als je baby hard huilt, sus je wat harder. Gaat je baby zachter huilen, dan sus jij ook zachter.
Stap 4: Wieg, terwijl je nog aan het sussen bent, gelijktijdig je baby heen en weer in kleine, snelle en ritmische beweginkjes. Daarbij ondersteun je het hoofd van de baby. Je ziet dan het hoofd van de baby zachtjes heen een weer bewegen.
Stap 5: De laatste stap is zuigen. Als je baby van de vorige stapjes is gekalmeerd, laat je hem nu zuigen op een speen of op je vinger. Het zuigen houdt de baby kalm. Bij het zuigen komt ook veel gelukshormoon vrij, waardoor baby’s zich prettig voelen.
Als je baby weer gekalmeerd is, is er weer ruimte voor fijn contact met je baby. Praat tegen je baby, knuffel met elkaar, of speel samen. Sommige baby’s vallen van de vijf stappen in slaap. Leg je baby niet meteen op zijn rug in bed. Jonge baby’s kunnen dan reageren met een schrikreflex (Moro-reflex). Leg je baby eerst rustig op de zij en houd je kind even goed vast. Draai je baby daarna rustig door naar de rug.
Nooit schudden of slaan
Ouders van baby’s die veel huilen kunnen wel eens hun geduld verliezen. Je bent dan zo moe, dat je niet meer goed kunt nadenken en jezelf niet meer in de hand hebt. Er is dan een risico dat je je eigen kind door elkaar gaat schudden of gaat slaan. Ook al is het natuurlijk uit pure onmacht, schudden is gevaarlijk voor de hersenen van de baby, omdat de hersenen bij het schudden tegen de schedel bonken en hersencellen kapot kunnen gaan.
Hulp vragen
Vaak gaat het huilen vanzelf over. Maar als je bezorgd bent dat er iets aan de hand is, of als je zelf het gevoel hebt dat je het niet meer trekt, neem dan contact met ons op. De jeugdarts kan een medische oorzaak, zoals een voedselallergie, uitsluiten.