Slapen
Baby’s hebben veel slaap nodig om te groeien en zich goed te kunnen ontwikkelen. Je kunt je kind helpen bij een goede nachtrust.
Slaapritme
Slapen bestaat uit verschillende periodes; diepe slaap, lichte slaap, droomslaap, wakker worden en weer inslapen. Bij een baby duurt iedere periode ongeveer 45 tot 60 minuten (de helft van de slaapperiodes van volwassenen). Het is dus normaal dat een baby ’s nachts af en toe wakker wordt. Hij kan dan wat bewegen, geluid maken en zelfs even huilen voordat hij helemaal wakker is en weer in slaap valt. Een baby leert geleidelijk om een slaapritme te ontwikkelen. De slaaptijden worden steeds langer en je baby gaat uiteindelijk ’s nachts doorslapen.
Rust en regelmaat
Baby's kunnen gemakkelijk overprikkeld raken omdat hun zintuigen nog volop in ontwikkeling zijn. Te veel lawaai, fel licht of drukte kunnen je baby overstuur maken. Het helpt om je baby een vaste routine te geven. Dat betekent dat elke dag ongeveer hetzelfde is. Bijvoorbeeld, eerst wakker worden, dan eten, verschonen, knuffelen en spelen, en dan weer slapen. Elke activiteit gebeurt op een specifieke plek, zoals slapen in bed en spelen in de box.
Slaapsignalen
Elke baby geeft op zijn eigen manier aan dat hij dat hij moe is. Signalen zijn: huilerig worden, druk gedrag of in ogen wrijven. Jonge baby’s kijken vaak weg als ze moe zijn. Ze kijken je dan niet direct aan, maar de andere kant op. Leer de signalen van vermoeidheid bij jouw baby goed kennen.
Slaaptips
1. Leg je baby moe in bed
Leg je baby moe maar nog wel wakker in bed. Geef hem de tijd om zelf in slaap te vallen. Soms huilt hij nog even, dat is niet erg. Als je baby blijft huilen, ga er dan wel naartoe om hem te troosten. De eerste paar maanden heeft je baby misschien wat hulp nodig om rustig te worden. Leg je kind even tegen je aan of wieg je kindje.
2. Volg een vast bedritueel
Duidelijkheid en structuur zijn belangrijk. Ook bij het slapengaan. Zorg vooral ‘s avonds voor een positief en rustig ritueel. Doe alles steeds in dezelfde volgorde. Bijvoorbeeld een schone luier, voeden, knuffelen, een liedje en dan slapen. Het brein van je baby gaat dit ritueel herkennen als teken dat het slaaptijd is.
3. Eigen bed of wieg
Geef je kind een vaste slaapplek. Het best is: een eigen wieg of bedje en niet in de box. Je baby went er zo aan dat de slaapplek is om te slapen en de box is om te spelen.
4. Zorg voor rust
Baby’s hebben veel rust nodig. Voorkom te veel prikkels. Leg je baby niet te lang in de box met (te veel) speeltjes. Zet voor het slapen de tv/radio/laptop uit en zorg dat alle digitale apparatuur uit de slaapkamer van je baby is.
5. Maak het ‘s nachts donker
Maak voor je baby een duidelijk onderscheid tussen dag en nacht. Laat overdag de gordijnen open en ’s nachts dicht. Als je baby in de nacht wakker wordt, maak het dan niet te gezellig. Als het nodig is, geef je hem voeding en/of een schone luier. Vertel dat het nacht is en tijd om weer te gaan slapen. Houd het licht gedempt door een nachtlampje te gebruiken. Of zet een dimmer op de lamp.
6. Troost je baby als hij hard huilt
Het kan zijn dat je baby hard moet huilen voor het slapen. Troost je baby, want als hij overstuur is, valt hij niet zo makkelijk in slaap. Je kunt hem wiegen, strelen of knuffelen, maar je kunt ook zachtjes zingen, neuriën of praten. Als je baby rustig is, leg je hem weer terug in bed. Troost bij voorkeur in het bedje, haal hem er niet gelijk uit.
7. Zorg voor een goede temperatuur in de kamer
De beste temperatuur voor de babykamer ligt tussen 16 en 18 graden. Is je baby te vroeg geboren, houd het dan in het begin op 18 tot 20 graden. Zorg voor goede ventilatie.
Als je wilt controleren of je slapende baby het niet te warm heeft, voel dan even aan zijn nekje. Als dat erg warm en zweterig is, heeft je baby het te warm.
In de zomermaanden is de temperatuur vaak iets hoger. Houd hier rekening mee bij het aankleden en het toedekken van je baby.
Zorg ook goed voor jezelf
Als je baby slecht slaapt, heeft dat ook effect op je eigen slaap. Zorg ook dat je zelf voldoende rust en ontspanning krijgt. Ben je heel erg moe? Vraag dan aan je partner, familie of een andere bekende om voor je baby te zorgen, zodat je even tijd voor jezelf hebt.
Inbakeren
Soms worden baby’s die veel huilen of onrustig slapen ingebakerd. Bij het inbakeren wikkel je je baby stevig in doeken. Als je er over denkt om je baby in te bakeren, bespreek dit dan eerst met de jeugdarts of jeugdverpleegkundige.
Lees meer over inbakeren op de website van Groeigids.
Veilig slapen
Laat je baby als het kan de eerste maanden in een eigen bed bij jou op de kamer slapen. Dat kan een wieg, bedje of co-sleeper zijn. Jij en je baby leren elkaars geluiden kennen en je kunt goed op je baby letten. Ook kan het makkelijker zijn voor de nachtvoedingen. Bovendien is het veilig en verklein je hiermee de kans op wiegendood.
Laat je kind veilig slapen:
- Leg je kindje op de rug
- Leg je kindje in een eigen wieg of ledikant
- Leg je kind in een passende slaapzak
- Houd het bedje leeg (dus geen knuffels en kussentjes)
Lees meer over veilig slapen op Kinderveiligheid.nl.
Hulp nodig
Iedere baby slaapt wel eens slecht. Tandjes krijgen, groeispurts, veranderingen in het ritme, nieuwe dingen leren, stress bij ouders, kunnen er allemaal voor zorgen dat het slaappatroon van je kind verandert. Maak jij je zorgen over het slapen of huilen van je baby? Praat erover op het consultatiebureau of bel naar ons telefonisch spreekuur: (088) 054 99 99