Voorkeurshouding - Wat kun je eraan doen?
Meteen na de geboorte draaien baby’s vaak hun hoofd naar één kant. Dit gaat meestal binnen enkele maanden vanzelf over. Blijft je baby zijn hoofd naar één kant draaien, dan noemen we dat een 'voorkeurshouding'. Dit kan leiden tot een afgeplat achterhoofd. Ernstig is dat niet, maar het kan minder mooi zijn. Door de voorkeurshouding te doorbreken, kan afplatting worden voorkomen of verminderd.
Oefentips
Hieronder staan tips om je baby te laten oefenen om het hoofd naar beide kanten te draaien. In het begin kost dit jou en je baby tijd en energie, en is het resultaat niet altijd zichtbaar. Toch is het belangrijk door te gaan; je inzet wordt uiteindelijk beloond!
Algemeen
Zorg dat je baby zoveel mogelijk afwisselend naar beide kanten kijkt. Zo leert je kind beide armen en benen evenveel te gebruiken. Trek de aandacht van je baby vooral met je gezicht en je stem.
In bed
- Leg je baby altijd op de rug in bed met het hoofd gedraaid naar de niet-voorkeurskant. Als je baby het hoofd meteen terugdraait, probeer het hoofd dan voorzichtig te draaien als je kind slaapt.
- Soms worden baby's wakker als je het hoofd naar de andere kant draait. Dan is er een andere manier: leg je baby eerst op de zij aan de niet-voorkeurskant. Wacht even tot je baby rustig is. Draai je kind dan langzaam terug naar rugligging, terwijl het hoofd naar de zijkant blijft liggen.
- Baby’s zijn erg gericht op licht. Leg je baby zo neer dat het licht van de niet-voorkeurskant komt (het raam, de deur). Je moet hiervoor misschien het bedje omdraaien of andersom opmaken. De kans is groot dat je baby met het gezicht naar het licht draait.
- Als je baby wakker is, kan een fel gekleurd speeltje of een muziekdoosje aan de niet-voorkeurskant zijn aandacht trekken. Zorg er wel voor dat je baby hier niet bij kan komen.
Let op: je baby moet altijd op de rug slapen, zowel in bed als in de kinderwagen. Slapen op de buik of zij verhoogt het risico op wiegendood.
Verzorgen
- Verzorg je baby het liefst recht voor je, waarbij de voeten naar jou toe liggen. Of zorg dat je aan de niet-voorkeurskant staat.
- Verzorg je baby op een ruim oppervlak. Zo kun je je kind gemakkelijk draaien en rollen tijdens het verzorgen.
- Pak je kind tijdens het verzorgen zo min mogelijk onder de oksels op om hem te verleggen. Rol je baby liever tijdens het aan- en uitkleden op de zij en buik, en weer terug.
Oppakken met draaien
Oppakken gaat gemakkelijk in één vloeiende beweging. Ga aan de niet-voorkeurskant van je baby staan. Leg je handen aan weerszijden tegen de zijkanten van de borstkas, iets onder de oksels. Rol je kind naar je toe en til hem zijwaarts op, zodat je baby rechtop komt. Tijdens het optillen draai je je baby verder naar de niet-voorkeurskant (je draait door in dezelfde richting als waarmee je begon). Zo draait de rug automatisch naar je toe. Draag je baby vervolgens tegen je aan en laat je kind eventueel wat onderuit zakken. Op deze manier oefent je baby de nekspieren.
Om je baby weer neer te leggen, kun je deze beweging in tegenovergestelde richting uitvoeren. Dus van rechtop via zijligging weer op de rug.
Dragen
- Probeer je baby in een ronde houding te dragen. Zo verminder je de spanning in de nek. Daardoor kan je kind zijn hoofd beter zelf draaien. Draag je baby niet met je handen onder de oksels.
- Wanneer je je baby op je arm draagt, moeten de benen en heupen licht gebogen zijn en de armen naar voren liggen.
- Draag je baby zo op je arm dat hij spontaan naar de niet-voorkeurskant gaat kijken. Dit kan verschillend zijn, afhankelijk van waar je baby graag naar kijkt.
- Je kunt je baby ook in buikligging op je arm dragen. Het hoofd ligt dan op je onderarm en deze arm steunt onder de borst; je andere arm gaat tussen de benen door en steunt onder de buik.
Voeden
- Voed je baby in een licht ronde houding. Het hoofd mag niet achterover liggen.
- Bij borstvoeding wordt de houding van een baby vanzelf afgewisseld door het drinken aan de rechter- en linkerborst. Ook bij voeden met de fles kun je de houding wisselen. Probeer bij flesvoeding het hoofd in het midden te houden of iets naar de niet-voorkeurskant gedraaid.
- Bij het voeden met de fles kun je je baby ook recht voor je op je benen leggen. Je kind kijkt je dan aan en houdt zijn hoofd in het midden.
Zet je voeten op een verhoging (bankje, stoel, tafel), zodat je baby iets meer rechtop komt te liggen.
Spelen op de rug
- Leg je baby zo in de box dat licht en geluid van de niet-voorkeurskant komen.
- Wanneer je baby op de rug ligt, kun je met speelgoed de aandacht naar de niet-voorkeurskant trekken. Houdt eerst het speeltje in het midden, op borsthoogte. Het is ideaal als je kind er met de handjes bij kan. Zodra je de aandacht hebt, verplaats je geleidelijk het speelgoed naar de niet-voorkeurskant.
Belangrijk: Leg geen ander speelgoed aan de voorkeurskant. Deze kant moet zo saai mogelijk en liefst ook een beetje donker zijn.
Spelen op de buik
Altijd onder toezicht
- Leg je baby al vanaf zijn geboorte elke dag een paar keer op de buik bij het verzorgen en bij het spelen. Zo leert je baby zijn hoofd op te richten en rond te kijken. Na een paar maanden kan je kind op de buik met de ellebogen onder de schouders liggen en wat gaan rondkijken.
- Baby's vinden buikligging in het begin niet altijd prettig. Sommige baby's gaan dan huilen. Geef niet te snel hieraan toe. Je baby moet wennen aan de buikligging. Je kunt je baby helpen door een niet te dikke, opgerolde handdoek onder de borst te leggen. Zo kan je kind wat gemakkelijker het hoofd optillen en gaan steunen op de ellebogen.
- Het optillen van het hoofd is gemakkelijker voor je baby als je met je handen licht op de billen drukt. Trek de aandacht met een speeltje of door tegen je kind te praten.
- Je kunt je baby ook op je eigen buik leggen. Dat kan als je ligt, maar ook als je wat onderuit gezakt in een stoel zit.
- Ook kun je je baby op de buik dwars op je schoot leggen. Als je je knieën over elkaar doet, ligt je kind iets schuin en kan je baby gemakkelijker het hoofd oprichten.
- Leg de speeltjes ook in buikligging aan de niet-voorkeurskant. De voorkeurskant moet ook hier weer heel saai zijn.
Let op: Spelen op de buik is een goede oefening, maar slapen moet op de rug.
Spelen op de zij
Altijd onder toezicht
- Als je baby een voorkeurshouding naar rechts heeft en weinig beweegt, leg je kind dan op de linkerzij. Je baby laat dan het hoofd in het midden liggen. Wanneer je baby later toch het hoofd gaat optillen, leg je baby dan alsnog op de rechterzij. (Bij een voorkeurshouding naar links doe je het andersom).
Op schoot en in een stoeltje
- Laat je baby op schoot in de kuil van je benen zitten. Hierbij liggen de benen wat hoger en worden de schouders en het hoofd goed ondersteund. De armen komen daarbij gemakkelijker naar voren om te spelen.
- Als je baby met de voeten naar je toe op schoot ligt, kun je ook prima met je kind praten, zingen of spelletjes doen. Eventueel kun je rustig wiegen met je benen.
- Een autostoeltje is minder geschikt om je baby lang in te laten zitten en wordt het liefst alleen als vervoermiddel gebruikt. Je baby kan er niet vrij genoeg in bewegen en het hoofd ligt langdurig in dezelfde houding en kan daardoor gemakkelijk afplatten.
- Leg je baby hooguit een paar keer per dag kortdurend in een wipstoeltje, liefst niet langer dan een kwartier per keer. Zet het stoeltje dan wel in de ligstand.
Heb je vragen? Stel ze aan de jeugdverpleegkundige of jeugdarts. Of bel of whatsapp naar ons telefonisch spreekuur: (088) 054 99 99.
Bron: Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ)